Het Rijk erkent dat de versterkingen van de dijken bij de waterschappen in hele goede handen zijn. Consequentie van die erkenning is dat het Rijk besloten heeft dat de waterschappen 50% van de kosten van de versterking van de dijken moeten dragen. Dat betekent dat voor € 180 miljoen lasten doorgeschoven worden van het Rijk naar alle waterschappen in Nederland. Voor de VVD betekent dat niet dat daarmee zonder meer de belastingen verhoogd kunnen worden. De VVD ziet een aantal mogelijkheden om de belasting zo laag mogelijk te houden:
- Geen impulsieve investeringen in waterkwaliteit. De investeringen spreiden over een langere termijn en pas doen als zeker is wat het effect zal zijn;
- De VVD vindt dat inkomenspolitiek niet past bij een waterschap. De kwijtschelding zal daarom afgeschaft moeten worden;
- Daar waar het nog niet geregeld is, dienen investeringen die gedaan moeten worden voor nieuwbouwwijken of bedrijventerreinen in de grondexploitatie opgenomen te worden. Daarmee wordt voorkomen dat alle belastingbetalers opdraaien voor deze investering.
De VVD is voorstander van zo laag mogelijke lasten voor burgers en bedrijven. De VVD vindt dat de belastingen maximaal met de inflatiecorrectie mogen stijgen.
Het kan wel
- Waterschapslasten zo laag mogelijk voor burgers en bedrijven.
- Geen inkomenspolitiek: kwijtschelding afschaffen.