Aanpakken gewassenbeschermingsmiddelen nieuwe fase in

Wat is het probleem?
Om te zorgen dat gewassen goed groeien, gebruiken telers gewassenbeschermingsmiddelen. Soms gebeurt het dat die stof in de sloten terecht komt. Bijvoorbeeld door een lekkage. De middelen stoppen niet met werken en hebben een verstoren het leven in en om de sloot en in het water verderop. Daarom zetten Delfland en telers in op het voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlakte water terecht komen.

Delfland is dus in gesprek geweest met meer dan 15.000 bedrijven. In de praktijk blijkt dat het over grote deel er alles aan doet om te zorgen dat de stoffen niet in het oppervlaktewater terecht komen. Maar er kan altijd iets mis gaan en er is een klein deel van de telers waar problemen blijven ontstaan. De rek is nu uit deze gebiedsgerichte aanpak: elke teler weet of kan weten hoe belangrijk het is te zorgen dat ze niet lozen of lekken op het oppervlaktewater. Daarom gaat Delfland nu strenger zijn.

Nieuwe aanpak
De nieuwe aanpak richt zich op risicovolle bedrijven, risicovolle activiteiten en op samenwerking met andere overheden.

Op basis van data wordt bepaald bij welke bedrijven de grootste kans is dat bestrijdingsmiddelen op het oppervlakte water komen. Daar wordt extra op ingezet. Daarnaast is er een lijst opgezet met zeven activiteiten, waarbij de kans dat het mis gaat groot is én waarbij de telers weten dat dit risico groot is en te voorkomen is. Deze overtredingen worden direct en hard gestraft.

De VVD is trots op de samenwerking die Delfland met andere overheden heeft opgetuigd. Als waterschap zijn we verantwoordelijk (‘bevoegd gezag’) voor het oppervlaktewater. Daarom werken we samen met de Omgevingsidienst die op kan treden bij bodemvervuiling en de NVWA die controleert op de productie in de kas zelf. Deze samenwerking is intensief en zorgt dat problemen snel gevonden en aangepakt kunnen worden. Dit is ook fijn voor de telers, die hebben dan snel duidelijkheid en worden niet van het kastje naar de muur gestuurd.